Alles over paddenstoelen
Wat te doen bij (een vermoeden van) een Paddenstoelenvergiftiging ?

Het Nederlands Vergiftigingen Informatie Centrum krijgt jaarlijks een stijgend aantal meldingen van mogelijke paddenstoelenvergiftigingen binnen (in 2014 waren het er 178; gemiddeld ±160 over tien jaar; bron: NVIC-Jaaroverzicht 2014). In veel gevallen (65% in 2014) gaat het om jonge kinderen die al spelend een stukje paddenstoel opeten. Meestal betreft het in dit geval lichte vergiftigingen of loos alarm.
Andere vergiftigingsgevallen ontstaan door onjuiste determinatie van paddenstoelen geplukt voor de maaltijd. Vaak zijn de gevolgen dan ernstig tot dodelijk.
Vergiftigingen in Nederland? Bekijk de cijfers.

Ook vergiftigingen door het gebruik van hallucinogene paddenstoelen (kaalkopjes en vliegenzwammen) komen met enige regelmaat voor (in veel gevallen zijn er dan ook drugs en/of alcohol in het spel).

En tenslotte kan het gebeuren dat huisdieren (met name jonge honden) paddenstoelen eten en ziek worden. In het algemeen geldt: hoe kleiner de hond, hoe groter de impact.



Wat moet je doen wanneer iemand een paddenstoel heeft gegeten:
 NEEM CONTACT OP MET UW HUISARTS

Baby's, peuters en kleuters
Bij kleine kinderen is het belangrijk om direct de restjes paddenstoel uit de mond te verwijderen. Bewaar de restjes van de paddenstoel voor determinatie. Laat het kind wat drinken.
Vraag bij de wat oudere kinderen hoeveel ze van de paddenstoel(len) gegeten hebben.

Volwassenen
Bij volwassenen zal het in de meeste gevallen om bereide paddenstoelen of hallucinogene paddenstoelen gaan.

Neem direct contact op met de huisarts of huisartsenpost of ga naar de eerste hulppost van een ziekenhuis. Maak als het kan scherpe foto’s van de gegeten paddenstoel(en) (bovenkant, onderkant, totale paddenstoel), neem de eventuele resten van de paddenstoel(en), van de maaltijd of van braaksel mee. Deze informatie kan nodig zijn om de paddenstoel(len) te determineren.

Wanneer er direct na het nuttigen van een paddenstoel klachten als maagpijn, misselijkheid en of hevige diarree optreden, overleg dan met de arts of het zinvol is om alvast te laten braken (vinger in de keel), dan braaksel bewaren.
De meeste reacties treden op binnen 6-24 uur. Er wordt onderscheid gemaakt in twee types: een korte incubatietijd (minder dan 6 uur) en een lange incubatietijd (langer dan 6 uur). Helaas is deze tweedeling niet altijd eenduidig, omdat er soms een gerecht met verschillende soorten paddenstoelen is gegeten. En daar kunnen dus zowel paddenstoelen met een korte als met een lange incubatietijd in hebben gezeten. Het lijkt dan na enige uren dat de klachten over zijn maar dat kan slechts schijn zijn. Er kunnen dan op een later tijdstip ernstiger klachten ontstaan.

Wat is belangrijk voor de arts en/of de mycoloog:
  • Maak zo mogelijk scherpe foto’s van de paddenstoelen
  • Wanneer er nog resten zijn bewaar die dan voor determinatie.
  • Waar groeiden de paddenstoelen? In het gras, in het bos, op de bodem, op een boomstam?
  • Welke paddenstoelen dacht u geplukt te hebben? (Sommige soorten hebben dubbelgangers)
  • Hoe zijn de paddenstoelen bereid? Rauw gegeten, gekookt. Is er alcohol bij gedronken of in het gerecht verwerkt?
  • Bij paddenstoelen die voor een maaltijd zijn verzameld is het belangrijk te weten hoeveel tijd er tussen het plukken en de maaltijdbereiding zat. Te lang bewaren kan tot een niet-specifieke voedselvergiftiging leiden.
  • Hoeveel tijd zat er tussen het eten van de maaltijd/ de paddenstoel en de eerste klachten?
  • Wat zijn de klachten: maagpijn, buikkrampen, misselijk, braken, diarree?
  • Hebben er nog meer mensen van het paddenstoelengerecht gegeten en hebben zij dezelfde klachten?
Voor professionals in Nederland:
Neem bij een (vermeende) paddenstoelenvergiftiging altijd contact op met het Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC), telefoon 030-274 88 88.
Zij geven het telefoonnummer van de contactpersoon van de NMV aan u door.

Voor België:
Antigifcentrum 070 245 234 of www.poisoncentre.be
Het Belgische Antigifcentrum heeft ook een brochure over paddenstoelen uitgegeven.


Fabeltjes rondom het herkennen van giftige paddenstoelen

ER BESTAAN GEEN TRUCS OM GIFTIGE PADDENSTOELEN TE ONDERSCHEIDEN. DE ENIGE OPLOSSING IS:
WEET WAT U PLUKT, BIJ TWIJFEL NIET ETEN.


1. Wanneer je een zilveren lepel meekookt en het wordt zwart dan is de paddenstoel giftig. Geen verkleuring dan is hij niet giftig. ONZIN!
2. Er zitten vraatsporen aan. Als een dier het kan eten dan kan ik dat ook. LEVENSGEVAARLIJK!
3. Giftige paddenstoelen hebben een vieze geur en zien er niet smakelijk uit, eetbare paddenstoelen ruiken lekker en zien er smakelijk uit. NEE: Amanita phalloides is dodelijk giftig, maar ruikt niet vies en schijnt een lekkere smaak te hebben.
4. Alle champignons zijn eetbaar. NEE: Agaricus xanthoderma is giftig!
5. Alle witte paddenstoelen zijn eetbaar. LEVENSGEVAARLIJK!
6. Alle jonge paddenstoelen zijn eetbaar. LEVENSGEVAARLIJK!
7. Bij koken verdwijnen de giftige stoffen. NEE: De toxinen in Amanita phalloides blijven dodelijk giftig, ook na koken, vriezen of drogen.

Lees meer over paddenstoelvergiftigingen (beschrijving van de verschillende syndromen)
Lees meer over voorlichting over eetbaarheid van paddenstoelen
Lees ook de aanwijzingen voor de wildplukker

Meer dan 90% van alle paddenstoelvergiftigingen wordt toegeschreven aan de Groene knolamaniet. Daardoor is er een wat overdreven angst onstaan voor deze paddenstoel. Onnodig: aanraken is niet gevaarlijk, alleen opeten (20-50 gram is dodelijk) lijdt tot vergiftiging. Bekijk het portret van de Groene knolamaniet!

Deze pagina is voor het laatste bijgewerkt op: 23 september 2017.