Honingzwammen (Armillaria spp.)
Echte honingzwam
Familie: Physalacriaceae, orde: Agaricales

Honingzwammen zijn berucht, omdat zij bomen aantasten via rhizomorfen. Toch zijn niet alle honingzwammen moordenaars!
Lang heeft er maar één Honingzwam bestaan. Die stond in de boeken opgenomen onder de naam Armillaria mellea. Tot 1984. Toen verscheen in 'Coolia' ineens een artikel van Aad Termorshuizen dat de wereld op zijn kop zette: er was niet maar één honingzwam, er waren er maar liefst vijf!
Daar is het niet bij gebleven. Moleculair onderzoek heeft uitgewezen dat er in Europa zeven verschillende soorten honingzwammen voorkomen, waarvan zes in Nederland. De jongste publicatie, waarin alle zeven soorten gedetermineerd kunnen worden, verscheen in 2013 in 'Field Mycology'. Een artikel dat je niet mag missen als je het verschil tussen deze soorten goed wilt leren kennen!
Dat er zolang maar één honingzwam herkend werd, is nu een groot probleem. In de eerste plaats omdat niet alle honingzwammen even agressief zijn. Sommige zijn zelfs onschuldig en leven alleen maar van dood hout of ander dood organisch materiaal: ze zijn saprotroof. Het tweede punt is dat de Echte honingzwam, zoals Armillaria mellea officieel in het Nederlands heet, helemaal niet zo algemeen is en al helemaal niet massaal optreedt! Bijna alle meldingen van deze soort van vóór 1984 betreffen de Sombere honingzwam (Armillaria ostoyae). En ook na die datum is bijna elke honingzwam een Sombere, die vooral opvalt aan het einde van een natte herfst, waarin hij soms met duizenden tegelijk de bomen en boomresten kan begroeien! Wat wel voor beide soorten opgaat, is dat zij een levenswijze hebben als necrotrofe parasiet en dus schadelijk zijn voor bomen.
Hoe zijn deze twee honingzwammen te onderscheiden?
tabel
Sombere honingzwam
Sombere honingzwam (A. ostoyae). Grote foto: Aldert Gutter, inzet: Rob de Ridder.

De Sombere honingzwam doet zijn naam eer aan door de donkere schubjes en het totaal ontbreken van geel (de Echte honingzwam is geelbruin tot geel van kleur). Het velum is wit en steekt naarmate de paddenstoelen ouder en donkerder worden sterk af. Vaak blijven ook velumresten aan de hoedrand achter als witte rafels. Zelfs als de paddenstoelen bijna zwartbruin zijn, is dit velum vaak nog wit!

Noordelijke honingzwam (Armillaia borealis)
Iets lastiger te herkennen is de Noordelijke honingzwam. Mogelijk wordt deze soort ook nu nog wel eens aangezien voor de Sombere honingzwam, omdat zijn stelen naar de basis ook dikker zijn. Wat vooral verschilt zijn de schubjes, die bleek tot bruin zijn, maar nooit donderder dan de hoed. De ring is stevig en wit tot bleekgeel en heeft geen rand van zwarte schubjes maar aan de onderzijde hooguit wat bruine schubjes. Typisch voor de Noordelijke honingzwam is de wijze waarom de vruchtlichamen verspreid langs bemoste stammen groeien, nauwelijks bundels vormend, maar wel met tientallen vruchtlichamen tegelijk. Er zijn aanwijzingen dat deze saprotrofe soort minder zeldzaam is dan tot nu toe werd gedacht.

Knolhoningzwammen (Armillaria lutea en A. cepistipes)
De Knolhoningzwam (A. lutea) en Bleke knolhoningzwam (A. cepistipes) zijn van de andere honingzwammen te onderscheiden door spinnenwebachtig geel velum langs de hele steel. De ring, indien aanwezig, is dun vliezig en geel of bezet met gele vlokjes. De steel is knots- tot knolvormig. De hoed bij de Knolhoningzwam heeft aanliggende schubjes over het hele oppervlak, de Bleke knolhoningzwam heeft in het centrum van de hoed een duidelijke "oog" van donkere afstaande schubjes. Voor verder onderscheid heeft men een microscoop nodig. Beide soorten leven saprotroof.

Knolhoningzwam
Bleke knolhoningzwam (Armillaria cepistipes). Foto: Nico Dam.

Moerashoningzwam (Armillaria ectypa)
Er zijn twee ringloze honingzwammen. Een daarvan groeit op de grond in vochtig hooiland en veenmos-rietland. De soort leeft saprotroof van de dikke pakketten dood materiaal in deze zompige moerassen. De Moerashoningzwam is in heel Europa zeldzaam en nu op een lijst geplaatst van aandachtsoorten die mogelijk Europese bescherming gaan krijgen.

Moerashoningzwam
Moerashoningzwam (Armillaria ectypa). Foto: Robert De Ceuster.

Ringloze honingzwam (Arnillaria tabescens)
De zevende soort, die in ons land nog niet is aangetroffen, is de ringloze honingzwam Armillaria tabescens. Ieder jaar zijn er echter mensen die hem melden, maar steeds berust dit op een onjuiste determinatie! Reden genoeg om alert te blijven: wie wil er niet een eerste soort voor Nederland vinden! Het zou best kunnen dat de soort hier ooit verschijnt; hij is daarom ook al opgenomen in de Flora Agaricina Neerlandica! Maar let op: honingzwammen hebben witte sporen, waardoor je ze kunt onderscheiden van de donkersporige zwavelkoppen (Hypholoma spp.) en bundelzwammen (Pholiota spp.). Het onderscheid met de Bruine bundelridderzwam (Lyophyllum decastes) is ook eenvoudig: honingzwammen hebben zwak aflopende plaatjes, bundelridderzwammen hebben een "gootje" om de steel, net zoals echte ridderzwammen.
Echte honingzwam
Echte honingzwam (Armillaria mellea)
Foto: Aldert Gutter


Sombere honingzwam
Sombere honingzwam (A. ostoyae)
Foto: Aldert Gutter


Noordelijke honingzwam
Noordelijke honingzwam (A. borealis)
Foto: Aldert Gutter


Knolhoningzwam
Knolhoningzwam (Armillaria lutea)
Foto: Wendy van der Heeden


Moerashoningzwam
Moerashoningzwam (Armillaria ectypa)
Foto: John Breugelmans


nb-logo


Ringloze honingzwam
Ringloze honingzwam (A. tabescens)
Foto: mushroomhobby.com



Sleutel tot de soorten


>> Deel deze pagina << (deze pagina heeft een permalink)