Judasoor Judasoor (Auricularia spp.)
Familie: Auriculariaceae, orde: Auriculariales
Judasoren zijn gelatine-achtige, schelpvormige paddenstoelen die aan bomen groeien, meestal aan (gedeeltelijk) dode takken die nog aan de boom zitten. Hoewel de soort op verschillende soorten loofbomen is gevonden, komt in ons land Echt judasoor (Auricularia auricula-judae) het meest voor op (dode delen van) levende vlierstruiken in de kustgebieden, zowel langs de Noordzee als de Waddenzee en het IJsselmeer.
Het is niet moeilijk in het Judasoor een mensenoor te herkennen. Een legende vertelt dat Judas na zijn verraad van Jezus, door wroeging overmand, zijn oor zou hebben afgesneden, dat in de vlierboom was blijven hangen, waarin hij zichzelf vervolgens opgehangen had.

Judasoor werd vroeger natuurlijk toegepast in de volksgeneeskunde tegen oorkwaaltjes. Ook zou het helpen tegen keelontstekingen (Judas' keel was immers dichtgesnoerd toen hij zich verhing!). De paddenstoel werd daarom al in zeer oude 'kruydboecken' vermeld, zoals die van Lobelius (1581), Clusius (1601) en Dodonaeus (1644). Dodonaeus schreef: "De gomme van de Vlier heeft oock een samentreckende ende drooghmaeckende kracht. 't Water daer zij sommighe uren in geweyckt is gheweest, in den mondt ghenomen, ende daer mede ghespoelt, verdrijft de beghinnende ontstekinghen van den mondt ende amandelen!.
Over de smaak van Judasoor, die ook als eetbaar te boek staat, was Lobelius duidelijk: "Van smaecke ist gheheel laf ende ghelijck een ghesoden vel oft leer". Maar het is waarschijnlijk de gomachtige beet die Judasoren in Azië zo geliefd maken. Daartoe moeten de gedroogde paddenstoelen inderdaad wel eerst worden geweekt, want droog is de zwam hard en taai. Hierdoor kan het Judasoor goed overleven in gebieden die door wind en geringe neerslag erg droog zijn, zoals de zeeduinen. In droge perioden schrompelt de paddenstoel ineen. Hij wordt zwart en lijkt volledig dood, maar als het dan eens flink gaat regenen, blijkt hij het water op te zuigen en zwelt hij op, waarna de sporenproductie weer op gang komt. Deze eigenschap heeft het Judasoor met de Trilzwammen (Tremella spp.) gemeen, wat ook verklaart dat de soort oorspronkelijk door Linnaeus in 1753 als Tremella auricula ('Oortrilzwam') werd beschreven.

Hedendaagse medicinale betekenis
Recent is vastgesteld dat het slijm van Judasoor polysachariden bevat met een anti-inflammatoire (=ontstekingsremmende) en anti-tumorwerking (Dodonaeus' waarnemingen waren dus zo slecht nog niet!). Ook heeft men een stof ontdekt die de klontering van bloed afremt. Dit wordt als een verklaring gezien voor de relatief lage frequentie van hart- en vaatziekten in China, waar enorm veel Judasoren worden gegeten (zie hieronder).
Een Duitse firma brengt verschillende voedingssupplementen op de markt die het afweersysteem zouden versterken. Zij verkopen onder de merknaam "MykoVital" ook capsules van de Aziatische Judasoren.

Viltig judasoor (Auricularia mesenterica)
Echt judasoor heeft in ons land nog een dubbelganger: het Viltig judasoor, die zich echter makkelijk laat onderscheiden, doordat deze een dikke viltlaag aan de bovenzijde van de hoedjes heeft. Viltig judasoor heeft een voorkeur voor dikke stammen, al of niet ontschorst, liggend of staand, het maakt niet uit, als zij maar (bijna) dood zijn. De soort groeit niet op vlier, maar vooral op iep en populier en enkele andere loofhoutsoorten, vooral in loofbossen en parken op voedselrijke bodems.
Viltig judasoor
"FUNGUS SAMBUCUS"
Judasoor
Echt judasoor (Auricularia auricula-judae)
Foto: Hans Meulenbelt


Judasoor
Judasoor op vlier in de zeeduinen in een droge periode
Foto: Toon Meeuwsen

MycoVital


Viltig judasoor Viltig judasoor (Auricularia mesenterica)
Foto: Sjoerd Greydanus

Gekweekte Judasoren en Boomoren in Azië
In Zuidoost Azië worden verschillende soorten Judasoren voor de consumptie geteeld, die op grote schaal in verschillende oosterse groenteschotels worden verwerkt. In Azië gekweekte Judasoren zijn bij ons gedroogd te verkrijgen in vrijwel alle toko's onder verschillende (fantasie-)namen: boomoortjes, zwarte boomoren, muizenoortjes, wolkenoren, wolkjes, muk-yi, mu’er, wan’er, yun’er, tree ear, wood ear fungus, cloud ear fungus, black fungus, kuping tikoes, kikurage, Judas’s ear fungus en jew’s ear. Voor ons zijn al die namen verwarrend, maar in het grootste deel van Azië wordt er geen onderscheid tussen verschillende soorten gemaakt. In Zuid-China en Vietnam maakt men echter wél duidelijk onderscheid tussen twee soorten: 'Cloud ears', die in gedroogde vorm geheel zwart zijn en 'Wood ear mushrooms', die in gedroogde vorm aan één zijde zwart en aan de andere zijde witviltig zijn. Deze soorten worden ook in verschillende gerechten toegepast. Door de verwarring tussen de soorten, omdat niet overal hetzelfde onderscheid even duidelijk wordt gemaakt, worden ook vaak de verkeerde botanische namen toegepast en wordt aan alle gekweekte Judasoren steeds de wetenschappelijke naam Auricularia polytricha verbonden. Maar op basis van structuur, uiterlijk en een enkele verwijzing op internet kunnen we aannemen dat de kleine, gedroogd geheel zwarte oortjes die in Zuid-China en Vietnam zo gewaardeerd worden, gewoon tot Auricularia auricula-judae gerekend moeten worden.
De omvang van de productie wereldwijd is zeer moeilijk in te schatten, omdat de paddenstoelen in Oost-Azië erg geliefd zijn en daarom overal op grote schaal worden gekweekt. Een grote firma in Duitsland, die gedroogde en vacuümverpakte paddenstoelen en paddenstoelconcerven uit de hele wereld importeert, haalt al een omzet van enige duizenden tonnen aan Judasoren per jaar (bron: Alibaba.com).

Judasoren in productie
Foto links: productie van Judasoren in Japan; Foto rechts: sortering en verpakking van Judasoren in Japan.
>> Deel deze pagina << (deze pagina heeft een permalink)