Paddenstoel van de maand

December 2020: Zwartbruine satijnzwam – Entoloma vindobonense Noordel. & Hauskn.

Zwartbruine satijnzwam door Alfons Vaessen
Satijnzwammen zijn niet ieders hobby, en dat is begrijpelijk, want het is een soortenrijk geslacht en het is vaak lastig om ze goed op naam te brengen. Eigenlijk moet je bijna altijd uitvoerig microscopiseren om tot een betrouwbaar resultaat te komen. Maar soms valt het mee en kun je op grond van het uiterlijk, met behulp een loep en in combinatie met de habitat toch tot een determinatie komen. De Zwartbruine satijnzwam is zo'n geval. Het is een betrekkelijke nieuwkomer voor Nederland, omdat hij tot voor kort niet werd herkend. De soort werd oorspronkelijk beschreven van een schraal grasland in de Auen (vloedbossen) langs de Donau: de naam vindobonense verwijst naar de vindplaats bij Wenen. Hij behoort tot het lastige soortcomplex van de Bruine satijnzwam, Entoloma sericeum, en onderscheidt zich daarvan door de heel donkere, niet doorschijnend gestreepte hoed en gladde steel, die vaak min of meer gepolijst aandoet en niet duidelijk vezelig gestreept is, zoals bij de Bruine satijnzwam. Hij lijkt daarin erg op een donkere variëteit cinereoopacum van de Bruine satijnzwam. Moleculair onderzoek heeft echter bevestigd dat er twee van die donkere soorten zijn, die erg op elkaar lijken: de var. cinereoopacum (die identiek blijkt aan de Meelgeursatijnzwam, Entoloma ortonii) en de hier besproken Zwartbruine satijnzwam.
De Zwartbruine satijnzwam wordt gekenmerkt door een donkerbruine, bijna zwarte, vrij gladde, niet doorschijnend gestreepte hoed. De plaatjes zijn grijsbruin en de steel, die min of meer dezelfde kleur heeft en vrij glad is, lijkt bijna gepolijst. De geur is sterk melig ranzig. Hij groeit op mossige plekken in de grijze duinen, vaak tussen duinsterretje. In de recent verschenen Veldgids voor de zeereep staat dat hij slechts bekend was van één plek in de duinen: de Limburg Stirum Vallei in de Amsterdamse Waterleiding Duinen, maar sindsdien is bekend geworden dat deze soort recent op veel meer plaatsen is aangetroffen (Rottumeroog, Ameland, Terschelling, de Noord- en Zuid-Hollandse duinen en Zeeland). Het lijkt dus op dat de soort in het geheel niet zeldzaam is en je deze in de wintermaanden kunt aantreffen in de grijze duinen langs de gehele Nederlandse kust. De Meelgeursatijnzwam (E. ortonii), die soms ook in dezelfde habitat voorkomt, is te onderscheiden aan het hoedoppervlak, dat niet echt glad is, maar vooral aan de rand en soms ook helemaal bezet is met fijne haartjes (loep!). De hoed van die soort is soms zelfs iets gezoneerd, terwijl de steel sterker zilverig gestreept is. De Bruine satijnzwam (E, sericeum) is vaak niet zo donker en duidelijk doorschijnend gestreept op de hoed, en heeft een zilverig gestreepte steel.
Tekst: Machiel Noordeloos; foto's: Alfons Vaessen, Roeland Enzlin en Machiel Noordeloos
Zwartbruine satijnzwam door Roeland Enzlin
Meelgeursatijnzwam door Machiel Noordeloos
Bruine satijnzwam door Machiel Noordeloos

Zie voor verspreidingsinformatie van de Zwartbruine satijnzwam verder:



Heb je interesse om zelf paddenstoelen in de grijze en witte duinen van onze zeereep te inventariseren? Lees dan meer over het Meetnet Zeereep.



Deze pagina is een onderdeel van www.allesoverpaddenstoelen.nl